Deze website beschrijft de wijze waarop ik de oude grafische techniek van het lino snijden combineer met een door de computer ondersteunde voorbereiding. Hierdoor ontstaan nieuwe creatieve mogelijkheden om tot verrassend drukwerk te komen. Alle voorbeelden in dit document zijn van linosneden die ik heb vervaardigd. Elders op deze website (stadsgezichten, industriele onderwerpen, naakten) kunt je mijn linosneden bekijken.
Ik bespreek kort waarom ik het maken van linosneden aantrekkelijk vind, gevolgd door een gedetailleerde beschrijving van de gebruikte techniek met zijn digitale vernieuwing. Deze aanpak is overigens ook voor houtsneden te gebruiken. Daarna bespreek ik kort het ambachtelijke deel van het maken van een linosnede.
De linosnede is een veelzijdige grafische techniek waarmee gedetailleerde veelkleurige voorstellingen gemaakt kunnen worden zoals in figuur 1 van een stalletje in de “Mercado de la Corredera” in Cordoba. Het snijden of gutsen zorgt voor hoekige lijnvoering die een zekere abstractie met zich meebrengt.
Mijn werk is figuratief, maar ik streef naar zodanig abstractie dat het werk de toeschouwer een bijzondere esthetische ervaring geeft: beweeglijk en prikkelend. De lino techniek biedt daar goede mogelijkheden voor.
In figuur 2 is een detail uit dezelfde linosnede, ongeveer op ware grootte, wat het beoogde effect duidelijker toont.
De hoekige lijnvoering past goed bij mij omdat ik ook die in ander werk gebruik. Bij het boetseren werk ik bijvoorbeeld vaak met een mes om vlakken duidelijker aan te geven. De vlakken maken het voor de toeschouwer makkelijker de beweging in het werk te volgen en tegelijk blijft de toets frisser.
In linosneden dwingt deze hoekige lijnvoering bovendien tot het goed definiëren, duidelijk weergeven van het karakter, van de vormen die ik wil tonen.
In de volgende hoofdstukken bespreek ik de achtereenvolgens:
Linoleum snijden is een oude en bekende grafische techniek om oplages te kunnen drukken van een voorstelling. (De oplage is het aantal exemplaren van een drukwerk.) De eerste linosneden stammen uit het begin van de 20e eeuw.
Je maakt een stempel door met gutsen het linoleum deels weg te snijden. Met die stempel kun je vervolgens meerdere afdrukken maken.
In de meest toegepaste techniek drukt de maker in één kleur met een stempel waar eenmalig een voorstelling in wordt gesneden. Zie het voorbeeld in figuur 3 en figuur 4.
Er zijn inmiddels complexere technieken in gebruik, waarover meer in de volgende delen.
Voordelen van deze complexere technieken voor de kunstenaar zijn het toepassen van meerdere kleuren en het kunnen aanbrengen van meer variatie in lichte en donkere delen zonder te arceren, zoals in figuur 5.
Met losse stempels, zoals de kleine linosnede van zuid Frans dorp hiernaast, die met drie stempels is gemaakt (de eerste meerkleurige die ik maakte). Dus een apart stukje linoleum uitgesneden voor zowel rood, geel als blauw (figuur 6).
De definitieve oplage kan later bepaald worden, omdat de stempels onbeperkt beschikbaar blijven (afgezien van slijtage).
Je kunt meer experimenteren met verschillende kleuren. Ook per laag, zie achtergrond in het voorbeeld met kranen in Shanghai (figuur 7). Deze is met drie stempels gemaakt (zwart, lichtblauw en de achtergrond)
De afdrukken hoeven niet perfect te worden uitgelijnd. Experimenteren met verschoven stempels is mogelijk.
Voorstelling is snel onrustig en het aantal drukgangen (= stempels) is praktisch beperkt tot drie, tenzij je heel zorgvuldig de uitlijning e.d. verzorgt zoals in Japanse prints.
Hierbij werk je met één stempel, waarbij je na iedere gedrukte laag (drukgang) weer een nieuw gedeelte wegsnijdt.
Aan het eind van het proces is bijna alles weggesneden (figuur 8), vandaar de naam van deze techniek.
In de lino van Venetië (figuur 9) zijn bijvoorbeeld als eerste een paar stukjes weggesneden die echt wit moesten blijven (zie detail in figuur 10). Daarna is de gele laag gedrukt. Vervolgens is weggesneden wat geel moest blijven en zo verder met blauw, licht bruin, sepia en zwart.
Iedere laag met een kleur is één “drukgang”. Iedere exemplaar van de linosnede in dit voorbeeld is dus vijf maal door de pers gehaald met hetzelfde stuk linoleum als stempel.
De kleuren in één laag hoeven overigens niet egaal te zijn. Het blauw verloopt in dit voorbeeld van groen grijs blauw aan de onderkant naar helder ultramarijn aan de bovenkant.
Voor- en nadelen van methode 2 met de “verloren lino” techniek (ten opzichte van methode 1 met losse stempels)
In het voorbeeld in figuur 11 op deze pagina heb ik 5 lagen over elkaar gedrukt (5 drukgangen), waarbij ik in iedere laag meerdere kleuren toepas.
Boven is de eerste drukgang met de lichtste kleuren. In de twee drukgang zijn onder andere de lichtgroene kleuren van de lotus bladeren blijven staan. Dat is dus ook het gedeelte dat ik vóór de tweede drukgang heb weggesneden.
De laatste kleur die ik heb aangebracht is het donkere groen, bijna zwart. Dan is bijna alles van de stempel weggesneden, behalve de delen waarmee die zwarte kleur wordt gedrukt. (rechtsonder)
Mijn foto’s, tekeningen of schilderijen vormen de basis. De kwaliteit van de voorstelling vormt ook de basis voor de kwaliteit van de lino. Compositie, patroon, kleurcontrast etc. liggen hiermee goeddeels vast, hoewel tijdens het maken van de lino nog vele keuzes het geheel kunnen versterken. Bijvoorbeeld door afwijkende kleuren te gebruiken of vormen extra hoekig uit te snijden.
In figuur 12 toon ik een foto die ik gebruikte om een schilderij van te maken, wat vervolgens dienst deed als basis voor een linosnede.
In de illustratie in figuur 13 links boven een voorstelling die schilderde nadat ik een foto maakte, terwijl ik langs de IJsselwerf voer. (links boven)
Linksonder de linosnede.
Rechts twee details om de verschillen tussen schilderij en linosnede te tonen. Zelfs een complexe linosnede is meestal minder gedetailleerd als een schilderij.
Het uitgangspunt voor het snij- en afdrukplan begint bij eigen werk. Zoals eerder vermeld is het start punt een eigen foto, tekening, schilderij of ontwerp.
In het voorbeeld dat in figuur 14 en verder wordt getoond is mijn uitgangspunt één van mijn tekeningen, waar ik een foto van heb gemaakt. Deze foto kan ik vervolgens digitaal bewerken om zo het snijden en drukken van de linosnede voor te bereiden.
In dit geval heb ik eerst nog een eenvoudige achtergrond toegevoegd. (figuur 15)
Het bewerkte digitale beeld vormt het “moeder” bestand.
Er zijn natuurlijk veel meer bewerkingen mogelijk op de computer of handmatig. Zoals bijvoorbeeld de foto van het (oude) station van Utrecht, de bewerkte bestanden met uiteindelijk de linosnede. (figuur 16 t/m figuur 19)
Op de computer “knip” ik het moederbestand uitéén in meerdere lagen.
In figuur 20 heb ik het aantal verschillende kleuren teruggebracht tot 8. Per kleur plan ik een drukgang. Iedere kleur kan ik vervolgens gebruiken om delen uit het moederbestand te “knippen” met min of meer dezelfde kleur. Zo ontstaan 8 nieuwe bestanden, één per geplande drukgang. (figuur 22)
Het splitsen doe ik op basis van helderheidsniveaus en/of kleurovereenkomsten. In dit voorbeeld heb ik de laatste methode gebruikt.
Als ik helderheidsverschillen wil gebruiken verander ik het moederbestand in grijswaarden en breng die vervolgens terug tot het gewenste aantal. figuur 21 toont de illustratie in 8 grijstinten.
De keus tussen beide methoden wordt vooral bepaald door het type contrast in de afbeelding: bij hoog kleurcontrast met sterk verzadigde kleuren past het gebruik van kleurovereenkomsten. Als daarentegen licht-donker contrast een grote rol speelt past het gebruik van helderheidsovereenkomsten het beste.
Het aantal lagen hangt af van het te bereiken resultaat.
Welke methode je ook kiest, per laag maak ik een nieuw bestand. (figuur 22) Ik maak hierbij ook onderscheid in wat al eerder is weggesneden en wat moet blijven staan voor latere lagen. Bijv. 2e links boven in figuur 22 zijn de: gele tinten de kleuren die ik wil drukken, zwart is al weggesneden na de eerste drukgang met de witte tinten in de eerste afbeelding, grijs moet blijven voor volgende drukgangen.
De zwarte en grijze gebieden dienen als referentie tijdens het snijden. Ipv grijs gebruik ik wit in latere afbeeldingen om voldoende contrast met de te drukken kleuren over te houden.
Ter illustratie alvast het resultaat in figuur 23.
Onderweg heb ik nog gespeeld met semitransparante lagen voor de achtergrond en voorgrondkleur aangepast. De voorstelling vormt daardoor meer een geheel met voldoende levendigheid.
Ik heb recent een plug-in geschreven voor Gimp (public domain fotobewerkingsprogramma), zodat ik alle planningsstappen snel kan uitvoeren.
Dit bespaart niet alleen tijd, maar vergemakkelijkt het vergelijken van verschillende keuzes.
De keuzes betreffen met name:
De plug-in kan ook een kleuren tabel maken met - per laag - samples van de meer verzadigde kleuren. (figuur 25)
Per drukgang gebruik ik vaak meerdere kleuren. Deze tabel geeft een aantal kleuren die in de voorstelling voorkomen. Tijdens het drukken kies ik vaak voor afwijkende accenten, dus de tabel is vooral een indicatie.
Deze tabel is soms bovendien nuttig om tijdens het mengen van kleuren optisch gezichtsbedrog te voorkomen. Dit gezichtsbedrog kan leiden tot verkeerde kleurkeuzes. Bijv. te donker of te licht, te rood of te groen etc. De juiste kleurkeuze is belangrijk, want die is niet te corrigeren in dit proces.
Nog een voorbeeld van het proces (Marine Oils Ridderkerk). Linker rij in figuur 26 zijn de snij instructies uit het plan. Daarnaast de gedrukte tussenstadia. Deze linosnede is opgebouwd in 8 drukgangen. In de eerste laag is niets weggesneden en zijn alleen diverse lichte kleuren aangebracht.
Na het creëren van het plan volgt het afdrukproces. Het maken van de linosnede kent een paar stappen, die ik hieronder in een lijst samenvat en vervolgens uitgebreider toelicht.
Bij sommige van deze stappen speelt de artistieke inbreng een rol, waarvan ik voorbeelden beschrijf in een cursief lettertype.
Om verschillende lagen van een linosnede precies passend op elkaar te drukken moet zowel het linoleum als het afdrukpapier telkens op exact dezelfde positie op de pers worden geplaatst.
Voor het linoleum gebruik ik meestal passe partout karton dat ik met dubbelzijdig tape op de juiste plek vastzet. In figuur 28 zijn dat de witte vlakken op de bruine plaat van de pers. De linoleum stempel kan ik hier vervolgens tegenaan schuiven. De bovenkant van de stempel moet uiteraard altijd aan de zelfde zijde geplaatst worden.
Voor positioneren van het afdrukpapier gebruik ik registratie pennen en bijbehorende lipjes die ik bij het Amerikaanse Ternes Burton heb besteld. Zie figuur 30 voor een close-up van deze producten. De pennen worden ook op de bruine plaat bevestigd en als die goed vastzitten plak ik de lipjes met een stukje plakband op ieder vel papier terwijl ze op de pennen geschoven zijn.
Ik teken de belangrijkste elementen van de verschillende lagen op het linoleum (figuur 31) en breng daar vervolgens schellak op aan. (figuur 32)
Het tekenen kun je heel nauwkeurig doen of alleen een eerste referentie. Vaak teken ik vooral de delen die licht of juist heel donker moeten blijven. Ik heb de planning vervolgens op een tabletscherm bij de hand om volgende lagen te snijden of eventueel eerst nog te tekenen. Hoe minder je tekent hoe losser de voorstelling wordt. Het is verrassend hoeveel details weggelaten kunnen worden, zonder dat de voorstelling daar onder lijdt, integendeel het wordt vaak interessanter om naar te kijken.
Bij complexe onderwerpen is het beter meer vooraf te tekenen, want anders raakt onderweg de draad echt zoek. In deze gevallen kan het de moeite waard zijn om een vorm van beeld-overdracht op het linoleum toe te passen met bijvoorbeeld carbon papier.
Schellak is een oud natuurproduct gewonnen uit de afscheiding van bepaalde luizen. Het voorkomt dat de tekening verdwijnt tijdens het schoonmaken van het linoleum tussen twee drukgangen in. Het lost niet in water op, noch in terpentine. Het is dus te gebruiken voor zowel verf op olie als water basis.
Deze stap kan worden overgeslagen als de papierkleur niet wordt gebruikt. Zoals bij eerder getoonde voorbeeld van “Marine Oils Ridderkerk”. (figuur 26)
In het voorbeeld van het detail uit de 'snackbar in Beijing' in figuur 33 bleef het grijs groenige papier op veel plaatsen onbedrukt. Het donkere papier versterkt het lichtschijnsel van de lampen.
Deze lino is ook niet van licht naar donker gedrukt zoals je meestal op wit papier doet, maar andersom van donker naar licht. Voordat ik de donkere blauw-zwarte laag als eerste afdrukte, heb ik de delen weggesneden die de papierkleur behielden. Daarna heb ik nog vier lagen met gele en witte kleuren aangebracht om de het licht in de voorstelling aan te brengen.
De drukinkt breng ik met rollers aan op het linoleum, nadat ik de roller eerst op een glasplaat van verf voorzie, ook rollend.
Ik gebruik meestal verf op oliebasis. Droogt langzamer maar is duurzamer.
De rollers kunnen verschillende formaten hebben en het gebruik is afhankelijk van de grootte van de oppervlaktes die je wilt bestrijken.
De gebruikte kleuren vormen uiteraard een belangrijke artistieke keuze bij het drukken van een linosnede. Van de planning afwijkende kleuren kunnen de lino verlevendigen en een ander uitdrukking geven. In “Façade van oude huizen in Langres” heb ik de muur allerlei tinten gegeven terwijl in werkelijkheid de gevel veel grijzer was. Het is ook vaak interessanter om zwarte gebieden, donker blauw of een beetje purper te maken, zelfs als dat nauwelijks zichtbaar is. De schaduw in de was op de balkons in "Huizen in Porto, Rua de Miragaia" is licht blauw. Zie ook detail in figuur 41.
Het drukken vergt soms een grote drukkracht. Met name als je grote linosneden maakt en nog weinig is weggesneden.
Linoleum is zacht materiaal. Als je daar een flinke druk op uitoefent met de wals van de pers wordt het een beetje uitgerekt en kan ook een beetje verschuiven. Dat leidt tot onbruikbare afdrukken en moet dus worden voorkomen.
Ook moet de drukkracht goed verspreid worden over het oppervlak.
Hiervoor leg ik een vilten lap over het papier, gevolgd door een stijve plaat. De pers heeft drukveren om de bovenste rol omhoog te houden als er niet gedrukt wordt. De hele sandwich van bodemplaat, linoleum, papier, vilt en stijve plaat er gemakkelijk tussen geduwd kan worden.
Met de hendels in figuur 38 stel ik op gevoel de drukkracht in.
Een bijzondere mogelijkheid is de druk zo laag in te stellen dat de inkt niet dekkend wordt gedrukt. Dit is bijvoorbeeld goed te zien in “Nieuwe Gracht in Utrecht tijdens schemering” waar bij in de lucht het wit zichtbaar is, alsof de maan schijnt. Waar de spikkels komen is moeilijk te voorspellen, dus de afdrukken verschillen van elkaar. Iets soortgelijks is te bereiken met transparante verf. Je kunt daar een “extender inkt” voor kopen.
Ik werk meestal met olieverf, waardoor het drogen wel een paar dagen kan duren. Het is belangrijk dat de verf droog is omdat anders bij het drukken ongewenste vervormingen bij de snijranden kunnen ontstaan.
Er zijn diverse methoden om de vellen papier op te hangen of neer te leggen zonder dat het papier beschadigt. De foto in figuur 39 toont de houten klemmen die ik gebruik. (Overgenomen van de Middelste Molen in Loenen, waar nog op oude wijze papier wordt gemaakt. )
Iedere snijronde is een mogelijkheid om vormen te versterken of details weg te laten om het uiteindelijk resultaat krachtiger te maken.
Het plan ligt in de vorm van een Ipad naast me op de tafel.
Voor iedere drukgang moeten de stappen 4 t/m 6 opnieuw worden uitgevoerd.
Bij iedere nieuwe laag is het interessant om het tussen resultaat te zien en te beoordelen hoe de volgende laag zal worden gemaakt. (Denk aan ander kleurgebruik, licht-donker contrast en dergelijke.)
Als laatste stap selecteer ik de geslaagde exemplaren en teken die met titel, jaartal, nummer / oplage en mijn handtekening.